De eerste maandag na Driekoningen was vanaf het begin van de zeventiende eeuw een feestdag voor de drukkersgezellen. Met een fraaie ‘in het geheim’ in de drukkerij van de baas gezette en gedrukte prent trokken zij op koppermaandag langs de deur bij klanten van hun baas. De traditie was dat zij wat ‘koppergeld’ ontvingen als tegenprestatie voor de prent. Een gewoonte die ook in andere ambachten voorkwam, zoals bij stadswachten en nachtwakers. Het opgehaalde geld zetten de drukkersgezellen om in drank en op het einde van de dag dronken zij zich laveloos. Voor de baas was het een verloren werkdag die de naam ‘Blauwe Maandag’ had (zie ook op deze site: Boekuitgaven,  Groeiboek, Bijlage 1' (klik en ga naar: http://www.deammonietindruk.nl/hoofdstuk/bijlage-1). ' In onze tijd kennen we de gewoonte van de krantenbezorgers die rond Nieuwjaar geld ophalen..

Begin januari 1996 zette en drukte De Ammoniet met studenten Boekwetenschap van de Universiteit Amsterdam (UvA) een Koppermaandagprent. Op Koppermaandag (8 januari dat jaar) hingen zij die prent in de UB op. Zij kregen er geen geld voor, maar oogstten wel waardering. (Bibl. 3.28; klik en ga naar p. 144)

Kopper-maandagprent