De praktijk van de plaatsing van een wachtletter vond zijn oorsprong in de handschriftperiode, ver vóór de uitvinding van de boekdrukkunst door Johannes Gutenberg (1455). Wanneer de tekst van een handschrift voltooid was, kon de opdrachtgever zijn handschrift bij gespecialiseerde ateliers van miniaturen en andere versieringen laten voorzien. Toepassing van grote, versierde initialen was functioneel: de grootte en kleur ervan hadden betekenis in de structuur van de tekst. Zij functioneerden als een soort ‘verkeersbord’ voor de lezer. Daarom pasten de drukkers deze praktijk eveneens toe.
In dit eerste voorbeeld is aan het begin van de hoofdtekst ruimte gelaten voor plaatsing van een sierinitiaal. In dat witte vlak is een kleine letter ‘d’ opgenomen, de ‘wachtletter’. Zo hoefde de boekvercierder niet te raden over welke versierde initiaal hij aan moest brengen: hij schilderde gewoon over die wachtletter heen. Er zijn oude handschriften waarin de wachtletter nu nog steeds op overschildering door een fraaie initiaal wacht.
Dit Bevat 1